Even voorstellen: Elise van Melis

Elise van Melis is directeur en bestuurder van het Cruquius & historisch museum. Ze is getrouwd en heeft twee kinderen. Wat zijn haar hobby’s?  Cultuur snuiven bijvoorbeeld in musea en theater,  maar iki word ook erg blij van llekker eten en lange strandwandelingen en fietstochten maken.

Wat is precies je functie?

Sinds 2001 ben ik werkzaam in Haarlemmermeer en sinds 2014 als directeur/bestuurder van Stichting Haarlemmermeermuseum de Cruquius. Deze stichtingbestaat uit het Cruquius Museum met het naastgelegen Theehuis, het HistorischMuseum in het Haarlemmermeerse bos, en Meer-Historie met twee depots in de polder. In de musea vertellen we het verhaal van 2000 jaar land, water en lucht met als een van de accenten de drooglegging van het Haarlemmermeer. 

Wat is het verschil tussen de twee musea?

Het Cruquius Museum is gelegen in het Cruquius gemaal dat van 1848 tot 1852 samen met twee andere gemalen ervoor heeft gezorgd dat het Haarlemmermeer werd leeggepompt. Sinds 1933 is het gemaal tot stilstand gekomen en als museum ingericht. We vertellen in het Cruquius Museum het verhaal van de dreiging van de waterwolf.  En over het lef dat koning Willem I heeft getoond om de waterwolf te bedwingen. Het Historisch Museum pakt vanaf daar de draad op. Daar vertellen we de bezoekers over de ontwikkelingenin de Haarlemmermeerpolder, van 1852 tot de dag van vandaag. Meer-Historie zet zich in voor het beheer en behoud van het Haarlemmermeerse erfgoed.

Het nieuwe museum

We zijn druk bezig met de bouw van het Cruquius Paviljoen, achter het Theehuis, om zo op één plek het verhaal van Haarlemmermeer te kunnen vertellen. Dit vernieuwde museum zal eind 2024 de deuren kunnen openen voor meer publiek dat ons kan bezoeken voor de grote machine, de mooietentoonstellingen, de winkel en natuurlijk een lekker hapje en drankje in het Theehuis.  

 

Wickevoort als buren

De nieuwkomers dragen bij aan het groeiende vermogen van Haarlemmermeer. De pioniers van vroeger zorgen in Haarlemmermeer voor de verbinding met denieuwkomers van vandaag. De eerste bewoners van Haarlemmermeer bestonden voornamelijk uit pioniers, de agrariërs. Deze nieuwkomers kwamen uit heel Nederland en wilden op dit nieuwe land een bestaan opbouwen. Ze ‘namen’ hun eigen boerderijtype mee met als gevolg dat je in Haarlemmermeer zowel de Stolpboerderij of de Overijsselse langgevel boerderij ziet staan.

Na de droogmaking van het meer werden de polderjongens ingeschakeld voor het graven van vaarten, tochten en sloten in de Haarlemmermeerpolder. Hierna kon het land “zwart” gemaakt worden, dat wil zeggen van onkruid ontdaan. Een aantal polderjongens zal aan de dijk zijn blijven wonen om bij een boerderij te gaan werken. Hoeveel polderjongens in De Meer zijn blijven wonen is moeilijk te zeggen omdat er in de eerste jaren geen bevolkingsregister of burgerlijke stand was. Van 1852 tot 1855 was Haarlemmermeer niemandsland, zonder gezag, wetten of voorschriften. Dus, als je iets uitgehaald had, was er geen politie om je op te pakken.

Als nieuwe inwoner van Wickevoort is het belangrijk je te realiseren dat je onderdeel gaat uitmaken van de geschiedenis van Haarlemmermeer, net als de eerste pioniers in de polder, de families die Haarlemmermeer groot gemaakt hebben.

We ontvangen graag publiek in onze musea. Dus, kom naar onze musea omkennis te maken met de medebewoners van vroeger. Ook leuk voor families en we hebben speciale kindergidsen voor de jongste bezoekertjes.

Tot slot

Er werken veel vrijwilligers in ons museum . Het is mooi te zien hoe wij samen met hun ons mogen inzetten voor het behoud en beheer van de rijke geschiedenis van de Haarlemmermeer. De geschiedenis staat nooit stil. In Haarlemmermeer al helemaal niet.

www.haarlemmermeermuseum.nl